KTA heeft een interview met Tommy Mollet gehouden, de laatste Nederlandse Olympiër die meedeed aan de olympische spelen van 2012 te Londen. Tommy was en is een sporter waarmee je graag wilde werken. Altijd met enorme inzet en toewijding. Hij is zeer bescheiden maar tegelijkertijd ook zeer gretig. Een echt rolmodel voor onze nieuwe generatie taekwondoka’s. Veel leesplezier allemaal.
1. Waarom ben je begonnen met Taekwondo? En hoe lang train je al?
Toen ik op de basisschool zat, keken mijn twee oudere broers en ik heel graag naar kungfu-films. Met name de spectaculaire traptechnieken maakten veel indruk op ons. Het was een paar jaar later een logische stap voor mijn broers om taekwondo te gaan doen bij de vereniging in onze wijk in Tilburg-Noord. Uiteraard wilde ik niets liever dan mijn grote broers opvolgen. En niet alleen omdat ik de trappen zo mooi vond! Als mijn broers een nieuwe techniek hadden geleerd, probeerden ze die namelijk nog wel eens uit op mij. Dus het was voor mij ook een stukje zelfverdediging om op taekwondo te gaan. Eind jaren ’80 zette ik daadwerkelijk de stap naar mijn club TNT (Tilburg-Noord Taekwondo). Inmiddels train ik dus alweer meer dan 25 jaar! (En dat zet je wel aan het denken over hoe oud ik nu ben…)
2. Wanneer ben je voor het eerst uitgenodigd voor het Nederlands team? En hoelang zit je in het NL team?
In 1994 werd ik voor het eerst Nederlands kampioen bij de junioren (er was toen nog geen NK voor aspiranten) en won ik ook zilver op de Open Deense Kampioenschappen. In die tijd was dat één van de grotere internationale toernooien. Daarna ontving ik mijn uitnodiging voor de nationale selectie en daar heb ik tot aan 2013 deel van uitgemaakt. In totaal dus bijna 20 jaar!
3. Wat is je mooiste overwinning/prijs?
In mijn carrière heb ik zoveel mooie momenten meegemaakt, dat dit een heel moeilijke vraag is. Maar als ik een paar hoogtepunten mag noemen: mijn medaille op het WK van 2007, mijn finaleplaats op het Olympisch Kwalificatie Toernooi en uiteraard mijn overwinning in de eerste ronde van de Olympische Spelen in Londen.
4. Wat is je specialiteit als je aan het sparren bent/was?
Eén van mijn specialiteiten was dat ik rustig kon blijven op momenten dat het echt spannend werd in een wedstrijd. Daarom vond ik het ook altijd heerlijk om een golden point te spelen: één actie, één moment dat bepaalt of je wint of verliest. Heerlijk!
6. Hoe was je relatie met diverse coaches die je hebt gehad? Welke coach(es) blijf je altijd herinneren en waarom?
Door de jaren heen heb ik met heel veel topcoaches mogen werken, uit Nederland en uit het buitenland. Ook nu vind ik het weer moeilijk kiezen, dus ben blij dat ik er meerdere mag noemen. Allereerst mijn clubcoach Henk (Horsten), die zelf vroeger Europees Kampioen en 3e op de WK is geworden. Hij was altijd een geweldige coach voor mij, ook toen ik meer met de nationale ploeg trainde dan op mijn club. Omdat hij me van kinds af aan heeft getraind, kent hij me door en door.
Mijn beste prestaties heb ik geleverd in de jaren dat Nelson Saenz bondscoach was van Nederland en dat is geen toeval. Techniek, tactiek, periodisering, wedstrijdanalyse, mentale begeleiding, teambuilding… Ik weet zo gauw niets waar hij geen expert in is. Maar misschien wel zijn grootste kracht ligt hem in zijn persoonlijke benadering.
Als laatste wil ik zeker mijn broer Dennis noemen. Door de jaren heen is hij er altijd voor mij geweest. Op jonge leeftijd nam hij me op sleeptouw en was hij al een voorbeeld voor me door zijn mentaliteit en resultaten: hij haalde 2 keer de finale van het EK en werd ook twee keer vicewereldkampioen militairen. Toen hij zelf stopte met wedstrijden werd hij meer een mentor voor me. Een absoluut hoogtepunt in onze samenwerking is het WK van 2007 in Beijing: Dennis coachte mij daar naar mijn enige WK-medaille. Het was fantastisch om die ervaring met hem te mogen delen.
7. Hoe was het om op de OS te staan?
Deelname aan de Olympische Spelen was zondermeer een hoogtepunt in mijn leven. Tegelijkertijd was het ook een dieptepunt omdat ik in mijn laatste partij niet mijn beste spel liet zien en daardoor een medaille misliep. Dat is wel het dubbele eraan. Maar hoe je het ook went of keert: ik heb daar wel gestaan, terwijl bijna niemand geloofde dat ik me in de klasse -80kg kon plaatsen. En door daar in de eerste ronde te winnen van de als 3e geplaatste speler (natuurlijk via een golden point ), heb ik ook bewezen het niveau aan te kunnen. Daarnaast was het geweldig om in een zaal te sparren met letterlijk duizenden supporters op de tribune. Toen ik naar de mat liep kon ik mijn glimlach dan ook niet verbergen! En dan heb ik het nog niet eens over al het andere moois: het verblijf in het Olympisch Dorp, de ontmoetingen met andere topsporters en de ontvangst bij thuiskomst in Nederland. De Olympische Spelen zijn een droom die werkelijkheid is geworden en daar pluk ik ook vandaag de dag nog de vruchten van. Olympiër ben je voor altijd.
8. Hoe heb je topsport gecombineerd met studie werk?
Tijdens mijn studie waren er nog weinig faciliteiten voor topsporters. Mijn middelbare school en mijn twee vervolgopleidingen (aan het HBO en de universiteit) heb ik naast mijn sport gedaan. Dat was niet altijd makkelijk, maar ik maakte bewust de keuze om het maximale uit mijn sport te halen. Dus als vrienden bijvoorbeeld gingen stappen, ging ik op tijd naar bed. Dat wil niet zeggen dat ik nooit leuke dingen deed, maar taekwondo kwam altijd op de eerste plek.
Toen ik een aantal jaren later ging werken, was er gelukkig wel een goede regeling: via het project Goud op de Werkvloer van Randstad en NOC*NSF ging ik als topsporter werken bij Albron. Dat betekende dat ik parttime werkte en altijd weg kon voor trainingsstages en toernooien.
Het leuke was dat mijn collega’s heel betrokken waren. Albron verzorgt ook de catering in het Holland Heineken House tijdens de Olympische Spelen, dus een aantal collega’s was er zelfs bij in Londen om mij aan te moedigen.
9. Heb je nog tips voor de nieuwe opkomende generatie?
In mijn ogen is het belangrijk om een goede balans te vinden in je leven, dus ook in de sport. Doe datgene wat je leuk vindt, dan is het ook makkelijker om vol te houden als het even tegenzit. Want aan het eind van de dag zul je ook hard moeten werken om iets te bereiken. En dat lukt niet als je iets met tegenzin doet. Bovendien is het belangrijk om prioriteiten te stellen, te bepalen wat je het belangrijkste vindt. Vraag jezelf af wat ervoor nodig is om iets te bereiken en ben dan eerlijk naar jezelf: heb ik het er écht voor over om dat te doen?
10. Wat zijn nu je ambities?
Nu ik gestopt ben met topsport, heb ik ook de gelegenheid wat minder egoïstisch te zijn. En dat vind ik geweldig: het liefst help ik zoveel mogelijk andere mensen. Een logische stap is om dat binnen taekwondo te doen, dus ben ik begonnen met de trainersopleiding en wil heel graag een goede trainer / coach worden. Natuurlijk in de eerste plaats bij mijn eigen club, maar wil ook graag het niveau en het plezier van taekwondo in de rest van Nederland verhogen. Dat doe ik momenteel met het geven van clinics voor bedrijven, aan kinderen en jongeren op school en bij andere taekwondoverenigingen die mij uitnodigen. We zijn tenslotte één grote taekwondofamilie!:-)
Buiten het lesgeven vind ik het ook erg leuk om me maatschappelijk in te zetten. Zo begeleid ik iemand die heel onzeker is en zichzelf meer wil ontwikkelen, ben ik sinds januari 2014 lid van de Atletencommissie van het NOC*NSF en wil ik me gaan inzetten voor een project dat hulp biedt aan schoolkinderen in probleemsituaties