26 dec 2015 | Habib Kazemi

Habib Kazemi in Dagblad van het Noorden: ‘Mensen vluchten niet zomaar uit hun land’

‘Mensen vluchten niet zomaar uit hun land’

Habib Kazemi, bondscoach van de Taekwondo Bond, vluchtte 13 jaar geleden uit Afghanistan. Nu krijgt hij heimwee naar Groningen als hij de Martinitoren een tijdje niet heeft gezien.
Kazemi wil een voorbeeld zijn voor andere vluchtelingen en laten zien dat ze een aanwinst kunnen zijn.

Habib Kazemi krijgt kippenvel als hij vertelt over zijn ontsnapping uit Afghanistan de moordlustige taliban. ,,Ik vluchtte het land uit verkleed als vrouw in een burka, zodat ze mijn gezicht niet konden zien. Bij elke controlepost van de taliban was ik doodsbang. Bang dat ze zouden vragen: wie is die vrouw? Of naar mijn papieren zouden vragen. Of dat ze mijn broek omlaag zouden trekken. Maar ik had geluk. De mannelijke agenten van de taliban controleerden geen vrouwen. Daar hebben ze vrouwelijke agenten voor, maar die waren er nooit bij. Als ze me hadden ontdekt, hadden ze me meteen geëxecuteerd. Er werden toen veel mensen vermoord. Er zijn veel Hazara’s, zoals ik, doodgeschoten. Ik word weer bang als ik eraan terugdenk.”

Foute boel

De nu 34-jarige Kazemi was als student in Afghanistan lid van een linkse partij. ,,Ik behoor tot de Hazara’s, een minderheid in Afghanistan. Ik geloofde dat het zou helpen om socialist te worden. Dan zou het niet meer uitmaken tot welke bevolkingsgroep – de Pathanen, Tadzjieken of wie dan ook – je zou behoren. Want volgens onze partij was je allemaal gelijk.”

Maar het lidmaatschappij van de partij en het opkomen voor democratische rechten viel niet goed bij de bloeddorstige talibanstrijders, die de dienst uitmaakten. Ook waren de sjiietische Hazara’s niet bepaald populair bij deze soennitische religieuze scherpslijpers. ,,Op een avond kwamen er vier, vijf mannen van de taliban naar ons huis en ik wist meteen dat het foute boel was. Ik sprong vanaf de tweede verdieping uit het raam tegen een berg op en ging er rennend vandoor.”

,,Ik ben blij dat ik in Nederland terecht ben gekomen.”

Habib Kazemi had geen idee waarheen hij in 2002 vluchtte. Hij wilde alleen maar weg uit het voor hem gevaarlijke Afghanistan. Via Pakistan en Turkije belandde Kazemi eerst in Griekenland. ,,Een mensensmokkelaar zette me later bij Zevenaar opeens uit de auto. Ik wist helemaal niet waar ik was. Maar achteraf ben ik blij dat ik in Nederland terecht ben gekomen.”

Hij was vastbesloten het beste ervan te maken. Zijn doorzettingsvermogen en topsportmentaliteit hielpen hem daarbij. ,,In Afghanistan is taekwondo een populaire sport. De twee enige olympische medailles van Afghanistan zijn behaald door taek-wondoka’s. We woonden in Ghazni en ik begon met de sport op mijn vierde. Mijn vader was een worstelaar, maar vond dat ik me op straat moest kunnen verdedigen. Daar vond hij taekwondo meer geschikt voor. Ik was blijkbaar heel goed. Volgens de voorspellingen had ik wereldkampioen kunnen worden. Maar de taliban verboden ons om te sporten. Ze wilden niet dat Hazara’s aan zo’n gevaarlijke sport deden en het wellicht tegen hen zouden gebruiken”, vertelt hij in zijn Kazemi Taekwondo Academie, die hij met zijn vrouw Alinde Huijzer bestiert in sporthal Vinkhuizen in Groningen.

‘Mensen vluchten niet zomaar uit hun land’

Kazemi kwam in opvang- en asielzoekerscentra terecht, zoals in Tolbert en Haren, totdat hij een klein appartement kreeg aan de Korreweg in Groningen. Hij leerde toen ook mensen kennen die niet veel op hadden met vluchtelingen. Maar ook anderen met, zoals hij noemt, een ‘gul hart’. De jonge Afghaan besloot zo snel mogelijk om zijn plek te vinden in de Nederlandse samenleving. Hoe kon dat beter dan via taekwondo. Via via kwam hij in contact met de Groningse grootheid Henk Meijer, de eerste niet-Koreaanse wereldkampioen in deze vechtsport. ,,Ik vroeg Henk of ik bij hem mocht sporten, maar ik had niet de juiste papieren of het geld om aan wedstrijden mee te doen. Toen ben ik gaan lesgeven. Ik ben tien jaar bij Henk Meijer gebleven, totdat we onze eigen dojo openden. Hij heeft zijn kennis en ervaring met mij gedeeld en zijn stempel op mij gedrukt.”

Kazemi bleek een geboren leraar en coach. Hij studeerde aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding en rondde een mbo- en een hbo-opleiding af. ,,Ik wilde studeren en de juiste cursussen volgen. Mijn motivatie was verder om meer vrienden te krijgen en de taal te leren. Als ik naar school fietste, zei ik allemaal Nederlandse woorden op. En thuis op mijn kamer had ik aan de muur een hele hoop briefjes met woordjes geplakt om te oefenen. Het duurt veel te lang voordat vluchtelingen Nederlandse les krijgen. Ze staan twee jaar stil. Dat is zonde, want veel vluchtelingen zijn goed opgeleid en kunnen veel voor Nederland betekenen.”

,,Vluchtelingen staan twee jaar stil”

Hij is alweer een tijd verbonden aan het Alfacollege (uniformberoepen en sport en bewegen) en voelt zich als sportdocent als een vis in het water. ,,Ik begrijp leerlingen als ze problemen hebben en praat met ze. Want die problemen heb ik ook gehad.”

Mensen vluchten niet zomaar

Kazemi treedt bewust met zijn levensverhaal naar buiten. ,,Er worden via sociale media harde uitspraken gedaan over vluchtelingen, maar er zijn ook veel mensen die hen helpen. Ik werd gevraagd om onze leerlingen toe te spreken. Ik zei: ik heb nu een goed leven met een baan, een sportschool en twee kleine kinderen. Er moet heel wat in Nederland gebeuren wil ik zo’n drastische maatregel nemen en op de vlucht slaan. Mensen vluchten niet zomaar uit hun land. Na afloop zei een jongen dat hij er nu anders over dacht. Dat deed me goed.” Ook wijst hij in spreekbeurten vluchtelingen op het belang om een studie te volgen.

Met zijn vriend Kees Koolhof van rederij CFL richtte hij de hulpstichting Momentum op. Momentum is het schip waarvan de bemanning vier jaar geleden 230 Afghaanse vluchtelingen redde van een zinkende boot nabij het Griekse Corfu. Dertig anderen verdronken.

,,We zamelen geld in voor hulpprojecten in Afghanistan, zoals het uitdelen van voedsel. Dat kopen we in Afghanistan om ook de plaatselijke economie te laten profiteren. We hebben een opleiding voor kledingmaaksters in Kaboel, zodat deze vrouwen in hun levensonderhoud kunnen voorzien. We denken dat de mensen, als ze het daar wat beter krijgen, minder reden hebben om te vluchten. Ik ga namens de stichting regelmatig naar Afghanistan toe om de spullen uit delen. Maar je merkt dat de veiligheidssituatie slechter wordt. De taliban en IS worden sterker. Dat geeft veel onrust onder de bevolking. Eerst wilden veel mensen het land opbouwen. Nu willen velen er zo snel mogelijk weg.”

http://www.dvhn.nl/plus/%E2%80%98Mensen-vluchten-niet-zomaar-uit-hun-land-21096531.html